Populaire berichten

woensdag 16 februari 2011

LITERATUUR

Wij hebben momenteel niet veel te doen, daarom gaan we ons even met literatuur bezig houden. Vlaamse Verhalen maakt tenslotte deel uit van de wereld van de letteren.

Het woord literatuur (ook wel litteratuur of de letteren) heeft verschillende, dicht bij elkaar liggende betekenissen. In de ruimste zin is literatuur de verzameling van alle teksten, zowel geschreven als in mondelinge vorm. Dat vertelt de encyclopedie ons.

Nu onze eigen interpretatie. Literatuur verdelen we in drie grote groepen:

De letterkunde. 

Hiermee bedoelen we het genre dat ons hoogwaardige kwaliteit schenkt. Hier wringt al het schoentje. Als je de moderne letterkunde leest, kom je nogal wat vulgariteit tegen. Vooral de Vlaamse letterkundigen hebben daar last van. Ze brengen niet bepaald de universele boodschap over die we van goede literatoren verwachten. Hun wereldbeeld is een beetje vreemd en blijft hangen in het kleine landschap dat België heet.




Herman Brusselmans en Kristien Hemmerechts,  allebei bekend van tv, kunnen kennelijk geen boek in elkaar zetten zonder  uitvoerig anatomische details in te lassen, alsof letterkunde zonder uitleg over paringsgedrag geen echte literatuur kan zijn.
Porno geschreven in de beeldspraak van de schone letteren. Misschien hebben hun uitgevers ze dat gevraagd, om hun verkoop op te krikken. Misschien een goed marketing advies, maar daar produceer je geen Nobelprijswinnaars mee.

Oké, we hebben er toch één gehad, Maurice Maeterlinck, een Franstalige Gentenaar. Maar die schreef dan ook mooie dingen, poëtische verhalen met een universele boodschap. Geen geneuk en geestelijke masturbaties ontspoten uit het brein van de puberale schrijver. Nu kun je opmerken: ja maar, die man schreef in het Frans. Dat heeft dus een voorsprong op het Nederlands (en het verkavelingsvlaams). 

Daarom hebben onze gerenommeerde schrijvers als Hugo Claus en Louis Paul Boon geen kans gekregen.

En bovendien zitten we in een klein taalgebied.

Maar uit de Nobelprijzenstatistieken blijkt dat deze argumenten en excuses niet opgaan. Dit is het lijstje van de winnaars volgens de taalgroep en aantal prijzen.

Arabisch
1
Bengaals
1
Chinees
1
Fins
1
Hebreeuws
1
Hongaars
1
IJslands
1
Jiddisch
1
Portugees
1
Servo-Kroatisch
1
Tsjechisch
1
Turks
1
Grieks
2
Japans
2
Deens
3
Noors
3
Pools
4
Russisch
5
Italiaans
6
Zweeds
6
Spaans
11
Duits
13
Frans
15
Engels
25

Tsjechië, Finland en Zweden hebben een kleinere populatie dan België en schrijven in hun eigen taal.

Tot dusver onze blik op onze kleine literaire gemeenschap. Akkoord, er zijn nog wat schrijvers die door de beugel kunnen.  Ik kan me er niet zoveel voor de geest halen. Tom Lanoye, Dimitri Verhulst en Anne Provoost springen er voor me uit, de eerste omdat hij graag politieke pamfletten schrijft, de tweede omdat hij in Nederland nogal wat bijval kent en derde omdat ze zich tot sociaal werk verbindt.

Richten we onze pijlen nu op de grootste groep schrijvers.

De ontspanningslectuur.

De grote moot, waaronder zowat alles valt wat onder letterkunde en poëzie (daarover later) valt en dat gaat van Kiekeboe tot Aspe. 
Alles wat dus verkoopbaar is. Kwaliteit is minder belangrijk, massabereik des te meer. Dit is literatuur die werkt met grote doelgroepen en dus ook met gemene delers. Uitgevers houden van die schrijvers. Hier worden geen grenzen overschreden, geen nieuwe genres ontwikkeld, geen avant-garde trends zien hier het licht. Geen risico’s worden genomen. Het is de literatuur die de hele ketting, van auteur tot kleinhandel, geld opbrengt. Of dat is toch de bedoeling. Want het is ook de wereld van de keiharde competitie. Omdat ontspanningslectuur minder kwalitatieve inzet vergt, en dus ook minder eisen stelt, zijn een hoop would-be auteurs er mee bezig en ze willen allemaal fame and fortune. Het aanbod overstijgt de vraag. Velen zijn geroepen, weinig uitverkoren. Wat bovendrijft is synoniem met succes. Het zijn niet altijd de beste schrijvers. Het helpt als je met je uitgever trouwt (J.K. Rowling) of met je literaire agent (Dan Brown). Marketing speelt een veel grotere rol dan talent.

Van letterkundigen kun je ten minste zeggen dat ze de opleiding voor hun talent genoten hebben (Brusselmans en Hemmerechts hebben allebei Germaanse filologie gestudeerd, en ze weten hoe ze met taal moeten omgaan).

Dat is niet altijd het geval met de ontspanningsschrijvers. Die komen van overal. Concentreren we ons op de

Roman.


Ze kunnen Eddy Planckaert heten, of Stieg Larsson. Ze kunnen Winston Churchill , Stalin of Napoleon Bonaparte heten (alle drie hebben romans geschreven). Als hun taalgebruik te wensen over laat, zal de proeflezer of uitgever dat wel verbeteren. Daar malen ze niet zo erg om.
Wat ze wel belangrijk vinden, is wat de uitgever ervan vindt. Die volgt de concurrentie op de voet. Als ze zien dat een bepaalde strip of boek aanslaat, gaan ze die meteen kopiëren. Plagiaat is schering en inslag. Het gaat hier niet om de eenzame schrijver op zijn zolderkamer die het brood uit zijn mond spaart om een meesterwerk te plegen, in de hoop dat hij na zijn dood de Vincent van Gogh van de letterkunde mag worden. Het gaat om snel reageren, volgen hoe de markt reageert,  en transportbandwerk produceren. De koe moet uitgemolken worden. Als de goed verkopende misdaadroman een politiespeurder met een drankprobleem opvoert, moet de volgende ook aan drugs verslaafd zijn, want dat is een stimulans om nog meer te verkopen. Dat de ontspanningsroman business is, kunnen we bijvoorbeeld goed volgen aan de hand van het fenomeen Dan Brown, de Amerikaanse ontdekker, of beter gezegd de 'herontdekker' van de fact fiction, waarin fantasie met feiten vermengd wordt. De massale verkoop noopte de uitgevers oude fact fiction romans uit de kast te halen en die opnieuw in een modern jasje uit te brengen, zodat het lijkt alsof Dan Brown heel wat volgelingen heeft gekweekt. De schrijvers die hun, soms tientallen jaren oude werk, weer in de rekken zien liggen, proeven de bittere nasmaak van die ordinaire geldhoererij.

Strips.
Tekeningen met tekstballonnen. Nog net binnen de (ruime) begrenzing van de definitie.
Dan denken we meteen aan Suske en Wiske, zowat de enige stripfiguren die zowel in Vlaanderen als Nederland goed verkocht worden. De verhaallijnen zijn eenvoudig, met herkenbare personages en steevast met een happy end. De goeden overwinnen de slechten. Het is niet de bedoeling om gewetensvragen en morele kwesties aan te boren. Dat laten we aan de letterkunde over. Als je vijf strips of twee romans per jaar moet produceren (soms contractueel bedongen) heb je geen tijd om ingewikkelde draaiboeken na te vlooien. Je houdt het simpel. Alle ontspanningslectuur toont dezelfde kenmerken, roekeloos avontuur met burgerlijke conformiteit vermengd.
Het gaat niet zo goed met de stripverkoop. Marketing kan ook tegenslaan. Er zijn er te veel, en de meesten ogen ouderwets omdat ze nog altijd de traditionele tekenkunst hanteren. Een uitzondering is de beeldroman, of de literaire strip, of de graphic novel. Sommigen zijn grafische kunstwerken, anderen hebben premisses die in een volwassen roman niet misstaan. Het genre is nog vrij jong en omdat deze strips prijzig zijn (door de hogere productiekosten) is de verkoop  lager dan die van de gewone strip. Afwachten dus hoe het verder gaat.



Jeugdboeken en sprookjes.

Ik neem aan dat niemand hier letterkunde zal achter zoeken. En als er daartoe al pogingen voor gedaan werden, liepen die toch op niets uit. Hans Christian Anderson, de grote sprookjesschrijver, was gefrustreerd omdat zijn verhalen als kinderlectuur beschouwd werden. Dat gold trouwens ook voor de sprookjes van Godfried Bomans. En Jules Verne zag met lede ogen toe dat de Britten zijn avonturenboeken ook al jongensboeken vonden…



Jeugdlectuur is in Vlaanderen een van de best verkochte genres. We hebben dan ook heel goede jeugdschrijvers. Een reden daarvoor is dat heel wat Vlaamse schrijvers een dagtaak als leerkracht hebben en dus dagelijks met jeugd bezig zijn, die hun voldoende inspiratie opleveren. 

Het prototype van de Vlaamse jeugdschrijver is ongetwijfeld Marc de Bel, niet toevallig ook onderwijzer voor hij van zijn pen begon te leven. Als hij zijn werk in de Verenigde Staten, het land van de marketing, had kunnen lanceren, was hij nu de mannelijke J.K. Rowling geworden.



Broodschrijverij.


Prototype is  Julien Van Remoortere die zowat 300 boeken en een paar duizend verhalen schreef, en nog niet aan fin de carrière spleen lijkt te lijden, gaande van wandelgidsen en jeugdboeken tot Vlaamse Filmpjes. Hij schreef ook literair werk maar dat werd niet zo goed verkocht. Misschien word je als auteur geboren om een bepaald genre te schrijven. Schoenmaker blijf bij je leest, een gezegde dat in elk geval voor auteurs van ontspanningslectuur opgaat. Al met al blijft Van Remoortere een van de succesrijkste broodschrijvers van Vlaanderen.

Jef Geeraerts, ook zo'n veelschrijver, is zowat de enige Vlaamse auteur die ook in Nederland goed verkocht wordt (of werd, want hij schrijft niet meer), en hij heeft er een comfortabel leventje mee opgebouwd, wat hem in staat stelde om avontuurlijke reizen te ondernemen, die hij daarna dan weer in boekvorm goot. Een winstgevend recyclageproces. Maar eerlijk is eerlijk: hij staat mijlen ver boven schrijvers als Pieter Aspe, Luc Deflo en Bob Mendes. Hij heeft tussen haakjes, in tegenstelling tot voornoemde auteurs, ook Germaanse gestudeerd (nadat hij vaststelde dat zijn taalgebruik te wensen overliet).


Een ontspanningsschrijver hoort bij de vermaakindustrie, de recreatiebranche. Zijn werk is bedoeld voor een paar uurtjes zorgeloos vermaak. Een verzetje tussendoor. Dat is een nobele taak, zij het dan dat hij er zelf ook beter van wil worden. Hij werkt graag met vaste, herkenbare patronen die hun verkoopbaarheid hebben bewezen. Hij  is zelf ook een beetje marketeer.

De voorgaande schrijfstijlen noemen we samen proza omdat we een onderscheid willen maken met poëzie. Voor we poëzie aanvallen, eerst wat uitleg over de verfilmde Vlaamse romans. Sinds de invoering van de tax shelter , waarbij sponsors hun inbreng fiscaal kunnen aftrekken, is er heel wat vers kapitaal ter beschikking en daar profiteert het filmwezen van.
  
Het scenario.


Deze schrijfstijl (het is geen genre) is ontstaan uit de noden van de showbusiness en  is bij alle prozaschrijvers populair en vormt daarmee een synergische verbroedering tussen kunde en ontspanning. Kennelijk is de fascinatie om in een film of tv-reeks te zitten, zelfs als het enkel om de aftiteling gaat, bij beide literaire genres even groot. Hun romans worden verfilmd op basis van een scenario.

Een scenario is zowat de droogste vorm van schrijven, beknopt, wars van fraaie beschrijvingen en karakterdetails, en soms al met het oog op het camerawerk (in dat geval spreken we over een draaiboek). Sommige auteurs schrijven zelf het draaiboek.  F.C. Kampioenen, de langstlopende tv-serie in Vlaanderen, heeft schrijvers als scenaristen gehad. En vele scenaristen hebben een filmopleiding genoten, waardoor ze elkaar in het medium terugvinden.

Heel wat Vlaamse romanciers werden verfilmd. Henri Conscience, Ernest Claes, Felix Timmermans, Willem Elsschot, Johan Daisne, Herman Teirlinck, Hugo Claus, Louis Paul Boon, Hubert Lampo, Jef Geeraerts, Dimitri Verhulst,  Anne Provoost,  Tom Naegels, Tom Lanoye, Herman Brusselmans, en nog meer. Het lijstje is indrukwekkend. Een verfilmde roman is de bekroning voor de moderne mediagevoelige schrijver, en weinigen protesteren als hun werk verminkt wordt tot een scenario voor het op het witte scherm verschijnt, tenminste zij die al dood zijn, toch niet.

Het korte verhaal.

Het korte verhaal is eerder een schrijfstijl dan een genre (maar smaken verschillen). Het is veel ouder dan de roman. In de middeleeuwen bestonden al de zogenaamde raamvertellingen, waarbij een aantal korte verhalen tot een geheel werden gesmeed en in toneelvorm opgevoerd. Het maakt onderdeel van het proza uit en wordt zowel door letterkundigen als ontspanningsschrijvers beoefend. De definitie leidt je af van het aantal woorden of bladzijden dat de tekst beslaat. Als vuistregel worden teksten tot 5 a 6000 woorden als kort verhaal aangeduid. Langer, maar korter dan een roman, wordt een novelle genoemd. Omgekeerd krijgen we dan het zeer korte verhaal (ZKV), of flashverhaal zoals Vlaamse Verhalen ze heet. De specialist betreffende is de Nederlander A. L. Snijders. In Vlaanderen en Nederland kom je niet rond met het schrijven van korte verhalen. Ze worden meestal gepubliceerd in literaire tijdschriften of in bloemlezingen, waar je heel weinig of niets voor terugkrijgt. In Vlaanderen worden ze ook dikwijls geassocieerd met schoolopstellen, wat het prestige geen goed doet. Ten onrechte trouwens, want Hollywood heeft massa’s korte verhalen tot kassuccessen omgewerkt, maar ja, dat is Amerika natuurlijk. Het is trouwens een stijl die in de Angelsaksische schrijfwereld hoog aanzien heeft en waarvoor de inzendingen betaald worden. Genres als sciencefiction, horror, fantasy zijn uitstekend geschikt voor dit medium. Het internet heeft voor een enorme toevloed van korte verhalenschrijvers gezorgd, waarbij zoals altijd, enkel de kruim bovendrijft. Er zit toekomstmuziek in het internet omdat je de verhalen kunt downloaden om ze op je computer of e-reader te lezen. Dat is trouwens ook de bedoeling van ons project. Meer over het korte verhaal vind je in onze vorige blogbijdrages. Een portaalsite, waar Vlaamse Verhalen ook een nestje heeft, is startpagina

De poëzie. 

Het kleine broertje van de literatuur, maar dan wel eentje van formaat. Dit is de oudste vorm van schrijven. De eerste teksten waren verbaal en werden in dichtvorm gegoten. Veelal werden ze ook gezongen gebracht. De reden daarvoor was dat mensen die niet konden lezen, de teksten dan wel gemakkelijker uit het hoofd konden leren en mondeling overdragen dankzij de korte, eenvoudige zinnen en het gerijm. Ook een bijhorende melodie hielp daartoe. De Ilias en de Odyssee zijn in feite gedichten (of ze ook gezongen werden, weten we niet). In die tijd had poëzie een praktisch nut: het was een efficiënt middel om informatie over te brengen. Later kreeg de poëzie een eigen status, toen de drukkunst geboren werd en mondelinge overdracht zijn monopolie verloor. 
Poëzie werd een onderdeel van de literatuur, maar dan een die zich van proza wilde onderscheiden. Het kreeg de status van kunstvorm en dit is zo gebleven. Er zijn verschillende soorten poëzie, maar welke benaming we er ook aan geven, de oervorm wordt erkend als de beste definitie, namelijk dat poëzie moet gezongen kunnen worden. Het is geschrijf met een melodie op de achtergrond. We weten dat de oude Grieken hun gedichten op de lier begeleidden (waaruit lyrische gedichten) en sinds de uitvinding van de grammofoon heeft de dichter in de vorm van de tekstschrijver een eigen status gekregen.
De teksten van de popmuziek worden door cultuurestheten misprezen, maar dat is niet geheel terecht. Bob Dylan, Leonard Cohen en Tom Waits hebben ware pareltjes afgeleverd, en zoals in alle kunstvormen moet je het kaf van het koren scheiden.

Ook in het Nederlandse taalgebied hebben we muzikale virtuozen, zoals Ramses Shaffy, Robert Long, Herman van Veen en Lennart Nijgh voor Nederland en Jan de Wilde, Johan Verminnen en Wim de Craene voor Vlaanderen. Hier worden poetische songs luisterliedjes genoemd.

Poëzie in de vorm van dichtbundels wordt slecht verkocht. Ook hier speelt marketing een rol. Een uitgever weet dat hij een dichtbundel van 30 pagina’s niet duur mag prijzen, maar ongeacht het aantal bedrukte bladen blijft de productieprijs praktisch dezelfde. Dan ben je natuurlijk geneigd om een romanpil van 300 pagina’s te verkiezen die gegarandeerd zal opbrengen. Het is dus meer een werk van liefde, van idealisme. Het is verleidelijk om zichzelf als een mecenas met een nobele missie te zien. De dichter zelf wordt er ook niet rijk van. Hij/zij mag zich op de borst slaan als er 2.000 exemplaren verkocht geraken. En als hij die in eigen beheer uitgeeft, is de kans groot dat de onverkochte stapel in de garage, kelder en zolder ligt te verzuren.

Maar er bestaan ook witte raven onder de dichters. De rijkste en dus sociaal succesvolste dichter is de Nederlander Jean-Pierre Rawie. Hij is dé volksdichter van Nederland. Zijn bundels halen hoge oplagen, zijn sonnetten worden geciteerd in overlijdensadvertenties en liefdesbrieven.
Even citeren uit http://www.xs4all.nl.
Samen met Annie M. G. Schmidt ben je de meest gelezen dichter van Nederland. Maakt dat jou tot Nederlands rijkste dichter?
'Was dat maar waar. De oplage van een dichtbundel is, zelfs als hij een succes is, nog heel gering.'
Ik dacht dat er oplagen van vijftigduizend exemplaren waren.
'Dat was Onmogelijk geluk, dat ging heel hard. Maar ja, ik kan ook hard uitgeven.'
Ben je tevreden met de erkenning die je krijgt?
'De kritieken worden de laatste jaren steeds beter. Ik zou het hooguit aardig vinden als er eens literaire prijsjes mijn kant op kwamen.'
Mijn succes wordt me door kunstbroeders niet altijd in dank afgenomen, heb je gezegd.
'Mijn werk en persoon roepen vaak grote agressie op. Zo weet ik bijvoorbeeld dat mijn poëzie nooit genade zal vinden in de ogen van Piet Gerbrandy. Evenmin als bij Remco Ekkers.'
(Behulpzaam: 'Remco Ekkers is de schrijver van het kinderboek Kipje Tok. Deel 2: Kipje Tok legt een ei.)
Als je als dichter niet verkoopt, móét je wel iets zeggen ten nadele van bundels die wél lezers vinden. Ach, ik houd mij maar vast aan Dickens die zei: "De enige kritiek die ik serieus neem, zijn mijn verkoopcijfers..."



Vlaanderens bekendste dichter, Herman De Coninck, kon niet van zijn poëzie leven. In tegenstelling tot Ramie kreeg hij wel veel literaire prijzen voor zijn bundels, maar dat bleef bij prestige in plaats van een vette bankrekening. Maar hij hield zich dan ook niet met versjes bezig… En zeg nu zelf: wie van ons kent Ramie?

Tussen haakjes, wie op literaire prijzen aast, kan kiezen uit zo'n honderd dertig, en dat alleen al in het Nederlandse taalgebied...








Er is nog een literair genre: het theater. Maar hier zitten we eerder in de beeldende kunst. Theater is driedimensioneel en vergt dus ook inspanning van onze zintuigen. Hierdoor komt de tekstinhoud in de verdrukking. Onze ogen en oren zijn sterkere fysiologische instrumenten dan onze auditieve hersenen. De hersenmap die onze hoedanigheid regelt om woorden te lezen en daar beelden bij te vormen, geraakt hierbij op de achtergrond. Dus: theater hoort niet bij de literatuur. Als er toch gecatalogiseerd moet worden, is gesproken woordkunst de beste plek. Waarom er dus woorden aan verspillen?


Volgens de Britten is Shakespeare de grootste Engelstalige schrijver. Nu is, bij mijn weten,  Shakespeare een dichter en een theaterschrijver. Met romans heeft hij niets te maken. Hun tweede grootste schrijver is Winston Churchill, Nobelprijs voor literatuur, voor zijn biografie over de tweede wereldoorlog. Rare jongens, die Britten…

dinsdag 15 februari 2011

Een statistiek.

Uit de jaarcijfers van de boekenverkoop in Vlaanderen in 2010 blijkt dat de boekenverkoop in 2010 lichtjes gedaald is met 1,1% in omzet en 3,3% in aantal boeken. In vergelijking met de ons omringende landen (Nederland, Verenigd Koninkrijk) is deze daling relatief gering. Opvallend is het feit dat de daling zich voornamelijk afspeelt in de grootwarenhuizen. Traditioneel halen de grootwarenhuizen een groter marktaandeel tijdens de vakantieperiodes en de solden, dit o.a. door een aanzienlijke verkoop van strips. De boekhandel behoudt zijn marktaandeel van ruim 80%.
De gemiddelde prijs van het boek kende een lichte stijging. De groei situeert zich voornamelijk bij de kinderboeken, strips en de kookboeken.. De helft van de verkochte boeken in Vlaanderen is ofwel een misdaadroman of een vrijetijdsboek - zeg maar kookboek, want die maken 10 van de 20 topboeken voor vrije tijd uit.
Opmerkelijk is dat de bestsellers onder druk staan en minder grote oplages kennen t.o.v. de voorbije jaren. Ze worden niet meer in grote aantallen uitgegeven. Menige uitgever heeft hieraan zijn broek gescheurd en de ramsj bij De Slegte en  de grootwarenhuizen zijn daar bewijzen van.
Ook de strips blijven in Vlaanderen goed voor een ruime verkoop met Kiekeboe als absolute topper.
Het aandeel van de vrijetijdsboeken is gestegen van 21,2% naar 24,4% van de totale verkoop (in aantallen). Tv-programma’s als ‘Mijn restaurant’ en ‘SOS Piet’ zijn hier zeker niet vreemd aan. De eerste 6 maanden van dit jaar stond Piet Huysentruyt met 4 boeken in de top 10 van de kookboeken.
 Wat leren we uit deze cijfers?
Dat de Vlaamse uitgevers fictie uit de weg gaan en enkel vertrouwen op misdaad, kinderboeken en strips. Als je een roman wilt publiceren, heb je meer kans dat in Nederland te doen. Een lastige opgave. Nederlanders zitten niet te wachten op de volgende Aspe. Ze hebben er zelf genoeg. Bovendien geven de Nederlandse uitgevers liever vertaalde fictie uit, nadat de roman in kwestie in het buitenland bewezen heeft goed te verkopen.
Als je je eigen land wilt afbreken, belachelijk maken en de vuile was uithangen, heb je nog een kleine kans. Nederlanders lezen dat graag over België. Misschien zijn ze nog altijd niet bekomen van 1830. Als je een Nederlandse literaire prijs gewonnen hebt en een Nederlandse uitgever gevonden hebt, heb je ook een kans.
Oké, de boekverkoop in Vlaanderen lijdt niet onder de malaise, maar de statistiek leert ons dus dat de Vlaamse literaire fictie er maar bekaaid afkomt. Niet zo’n schitterend vooruitzicht voor de romanschrijver. Kookboeken… Hmm. Is Piet Huysentruyt een schrijver? Hier is de invloed van de tv duidelijk te merken. Zorg er eerst voor dat je een tv-optreden krijgt, en liefst meer dan een, dan zul je gemakkelijker uit de massa boeken in de rekken uitspringen. Dat weet Herman Brusselmans heel goed. Literatoren blijken trouwens nogal snel op de tv-trein te springen.
Als deze tendens zich blijft voordoen, vrees ik dat we dezelfde weg opgaan als het buitenland. Laten we ons oog op de Verenigde Staten werpen. Als het daar regent, druppelt het bij ons. De nabije toekomst zou wel eens een gestage regenbui kunnen worden. Amazon, het grootste postorderbedrijf ter wereld meldt ons dat de Verenigde Staten geleidelijk overstappen op  digitaal lezen. Afgelopen maandag kwam Amazon met een officieel persbericht naar buiten dat ze op dit moment meer digitale boeken verkopen dan hardcovers. In de afgelopen drie maanden heeft Amazon per 100 verkocht hardcover boeken 143 digitale Kindle boeken verkocht via de gelijknamige store Amazon.com.
Globaal is de verkoop van e-boeken in 2008 is ten opzichte van 2007 gestegen met 68%. De verkoop steeg daarmee tot 113 miljoen dollar. Dit meldt de AAP, de Association of American Publishers.
De verkoop in 2010 bereikte daarmee 10 % van het totale aanbod, papieren boeken incluis. Dit betekent een verdubbeling ten opzichte van 2009. En de tendens gaat verder. En als die gestaag blijft stijgen, zullen een hoop traditionele uitgevers de handdoek in de ring moeten gooien. Vooral de papieren roman zal daaronder lijden.
De oudere lezers zullen traditiegetrouw papieren boeken blijven kopen, of in elk geval lezen. Hoe zit het met de jongere generatie? Hoe brengt de jeugd zijn vrije tijd door? Hoe ziet de toekomst van het papieren boek eruit als de jeugd volwassen is?
Hier is de tendens heel duidelijk merkbaar en we kunnen zelfs van een dramatische ontwikkeling spreken.
Kinderen brengen steeds meer tijd door met het surfen op het web, games te spelen, en tv te kijken. Magazines en boeken kunnen hen steeds minder bekoren: hun favoriete instrumenten zijn muis, controller en afstandsbediening.
Even de cijfers op een rij gezet. De tieners (13 tot 17 jaar) brengen gemiddeld 12,5 uur online door per week. Twieners (8 tot 12 jaar) zitten gemiddeld 6,5 uur online, tegenover verleden jaar 5,2 uur. Hun favoriete sites zijn Youtube, Facebook, Google, MySpace.
De twieners gaan naar YouTube en Disney.
Tv-kijken blijft nek aan nek met het web racen en groeit nog steeds: 11,9 uur bij tieners (11,6 uur verleden jaar) en 12,2 uur bij twieners (11,8 uur verleden jaar). Tot slot: 73% van de tieners heeft een mobieltje, tegenover 26% van de twieners.
Ouderen internetten nog veel meer. Zo staat de teller voor internetgebruik door 35- tot 44-jarigen op liefst 42 uur en 35 minuten per maand. Of ruim driemaal meer dan de zogezegd aan het internet verslaafde jongeren.
Kijken naar online video's vergt eveneens heel wat meer tijd bij twintigers en dertigers - gemiddeld 4 uur en 44 minuten respectievelijk 5 uur en 35 minuten per maand - dan bij tieners (3 uur en 5 minuten). In de VS kijken twintigers tot een derde langer naar online video's dan tieners.
Tieners spenderen gemiddeld 25 minuten per dag op spelconsoles. Een op de tien jongeren speelt elke dag games. Ook hier zal de tijdbesteding blijven stijgen omdat de games alsmaar beter van kwaliteit worden en de consoleverkopers agressieve reclamecampagnes voeren.
De gedachte dat het in ons ‘oude continent’  niet zo’n vaart zal lopen, is misschien wishful thinking. Wie de huidige kwaliteit van de Amerikaanse tv-series, moet toegeven dat heel wat romans, zelfs gerenommeerde, daar niet aan kunnen tippen. Bovendien ontbreekt met het lezen, dat van nature een solitaire bezigheid is, het sociale contact dat er wel is rond het tv-toestel. De hele familie kan samen zitten kijken en commentaar leveren. En wanneer 3D doorbreekt, zal tv-kijken nog intenser worden.
Bovendien begint de film aan een comeback via het pay-to-watch systeem, zowel op de kabel als op het internet.
Misschien wordt de roman in de toekomst een luisterboek, een fenomeen dat veld wint. Populaire romans worden als voorleesboek, of luisterboek, gepresenteerd. Je kunt luisteren terwijl je iets anders aan het doen bent, of gewoon omdat je niet graag leest. Wie geen bezwaar tegen koud plastic heeft, kan natuurlijk ook bij het e-boek terecht.
Als je ervan droomt een roman in papiervorm uit te geven, begin er maar snel aan, want wie weet zul je over vijf jaar nog een uitgever vinden! Schrijven zou weleens het minst lastige deel in het proces van schrijver tot lezer kunnen worden!

Lees en download Vlaamse verhalen hier.

zaterdag 22 januari 2011

De plaag van de torrents.

En nu de plaag van de torrents. Een torrent is een al dan niet illegale download (dat hangt af van het copyright) die ergens op een anonieme server staat. Dat wat de technische kant betreft. Je kunt bijna alles gratis downloaden. Laten we dus de proef op de som nemen en kiezen we Harry Potter. Als we Harry Potter torrent googlen, krijgen we meteen de eerste zeven boeken in de Engelse versie op een schaaltje aangeboden. Lukt het ook met de Nederlandse vertaling? Ja hoor, Harry Potter en de Relieken van de Dood in pdf-formaat, wat verder gevolgd door De Steen der Wijzen en De Halfbloed Prins, en dat alleen al op de eerste schermpagina! Dus met wat oefening kun je gratis de Potter-serie op je e-reader lezen. JK Rowling zal daar natuurlijk niet happy mee zijn, maar kom, ze moet niet klagen als het om gemist schrijfloon gaat.
Het is natuurlijk erger als een auteur de royalty dringend nodig heeft. Maar aan de andere kant is de kans groot dat die auteur onopgemerkt door het leven gaat, en dus toch niet gedownload wordt.
Is het illegaal downloaden een plaag? Ik ben daar niet zo zeker van. Ik zou bijvoorbeeld geen muziek of film kopen die mij niet genoeg interesseert, maar ik wil er wel eens naar luisteren of kijken. Hoe dan ook is er geen opbrengst verloren gegaan voor de auteur en het economische circuit. Integendeel kan het downloaden voor de auteur betekenen dat hij opgemerkt is geworden en interessant is bevonden. De torrents maken het mogelijk dat hij een schaar volgers krijgt. De kans bestaat dat de lezer de volgende keer het boek koopt. De torrent is dus tegelijk een goedkope publiciteitsmachine.
Nu komen we bijna onvermijdelijk aan het DRM-probleem. DRM staat voor digital rights management. Het is een technologische manier om illegaal kopiëren tegen te gaan. Er zijn verschillende manieren om dit te doen. Zo kan bijvoorbeeld een uitgever slechts een beperkt aantal afdrukken of kopieën toestaan.
Ik vind dit geen goede ontwikkeling. Het maakt het downloaden onnodig ingewikkeld, verduurt de verkoopprijs en DRM kan met enige trucs gemakkelijk omzeild worden. Het is een maat voor niets. Bovendien ben je afhankelijk van het beperkte aanbod van de uitgever en zelfs de keus van de e-reader.
E-boeken zijn nu eenmaal geen echte boeken. Het zijn digitale producten die over het internet verspreid worden. En het internet is nu niet bepaald de aangewezen plaats om beveiligd materiaal te verkopen.
Ik heb een voorstel aan de uitgevers: biedt de e-boeken gratis aan, vergezeld van een kortingbon om de papieren versie te kopen.
En als er geen papieren versie van bestaat, dan is het boek mogelijk niet goed genoeg om zelfs gratis te downloaden. Het is dan waarschijnlijk het product van een nepuitgever, die een goedkoop medium heeft gevonden om zijn droom te realiseren. Hij hoeft enkel een website te maken en dan maar afwachten of die succes heeft. Meestal zijn zijn auteurs schrijvers die er niet in slagen in het echte circuit overeind te blijven, en spelen ijdelheid en gebrek aan zelfkennis een grote rol.
Voor de aankomende auteur deze goede raad: blijf uit de buurt van digitale uitgevers die ook geen papieren boeken uitgeven. Ze zijn niet opgenomen in het conventionele circuit, hebben geen uitgeverslicentie, doen niet aan promotie en houden geen contact met hun schrijvers. En om het wettelijke depot en het ISBN bekommeren ze zich ook niet. Je bent enkel je auteursrecht voor een bepaalde periode kwijt.
https://sites.google.com/site/vlaamseverhalen/

maandag 10 januari 2011

de digitale lezer of de e-reader

Als je digitale teksten publiceert, kom je onvermijdelijk de e-reader tegen (dit blijkt goed Nederlands te zijn). Ik heb al een jaar of dertien een zeer goede lezer van het merk Franklin waarop ik een hoop Engelstalige romans heb gezet (voor de Nederlandstalige boeken zullen we nog wat geduld uitoefenen want de uitgevers in ons taalgebied kijken de kat uit de boom). Ik heb daar heel wat plezier aan beleefd. Het leesscherm is bijna even groot als dat van de huidige generatie lezers. Uiteraard is ie wat gedemodeerd. Er is bijvoorbeeld geen achtergrondverlichting, zodat je bij schemer of in een treintunnel niet verder kunt lezen. Hij werkt op gewone batterijen die maar een drietal uren meegaan en kan slechts het mobipocket-leesformaat en het platte tekstformaat lezen. Ik heb ook een oude pda van het merk Acer, waarvan het scherm beduidend kleiner is, maar de nadelen van de Franklin vallen hierbij weg.
Vergeleken met de nieuwe generatie zie ik eerlijk gezegd toch niet veel verschil. Vooral als de uitgevers van de hard- en software met DRM goochelen (anders gezegd: je kunt enkel de boeken en leesformaten van de uitgever downloaden), geef ik de voorkeur aan mijn eigen apparaten die zich daar niet om bekommeren. Hier praat ik misschien tegen mijn eigen winkel, maar Vlaamse Verhalen biedt gratis leesmateriaal aan, en de auteurs zijn daarmee akkoord.
Ik ben dus niet onder de indruk van het huidige e-readersaanbod, vooral niet omdat die schandalig duur zijn. Hema verkoopt een toestel voor 99 euro, maar de recensies zijn verdeeld. De Kindle van Amazon is in de Verenigde Staten een succes, de prijs is redelijk en Amazon heeft een grote vinger in de uitgeversbranche te brokken. Maar hier zitten we ook met het DRM-probleem.
Dan heb je ook nog de hybride toestellen, de smartphones dus, waarmee je zowel kunt bellen als e-boeken downloaden. Ik kan hier kort zijn: die schermpjes zijn gewoon te klein voor een goed leescomfort. Het pc-tablet dat door Apple terug uitgebracht werd als de iPad, is duur en vind ik meer een hebbedingetje. Ook hier speelt de DRM-kwestie een rol.
Hoe ziet de toekomst eruit?
Nu waag ik me op los zand. Je kunt moeilijk uit het koffiedik van de talloze hypes de juiste voorspellingen maken. Wie geen problemen met de Engelse taal heeft, zal plezier aan de e-reader beleven. Je kunt tenslotte duizenden boeken meezeulen op het oppervlak van één pocketboek. Als het e-boek ook in ons taalgebied doorbreekt, mogen we verwachten dat we dezelfde trend krijgen als in de Verenigde Staten, waar het al zo’n tien percent van het totale aanbod inpakt en blijft groeien.
Er zijn sterke argumenten die pro pleiten: het e-boek is milieuvriendelijk, het is niet aan bederf onderhevig, de hoge aankoopprijs van de hardware wordt gecompenseerd als je genoeg boeken opslaat, en je kunt het overal meezeulen.
Nadelen zijn wellicht het onaangename gevoel van koud plastic in je handen. De magie van het papieren boek is verdwenen, en als je een mooie boekenkast hebt staan, kun je die niet meer vullen. Bovendien kun je maar een beperkt aanbod in digitaal formaat presenteren. Een kunstboek of een boek met vierkleurige afbeeldingen zit er bijvoorbeeld niet in.
Misschien wel het grootste nadeel is het feit dat de e-reader een computer is, en dus vooral mensen die graag met computers werken, zal aanspreken. In tegenstelling tot het papieren boek moet je knopjes indrukken en wieltjes draaien, tot je vingers blauw zien, en maar hopen dat je download lukt.
Voor de auteur is er de voornaamste handicap dat de lezer moeilijk kan beslissen of het boek het waard is om gedownload te worden. In een echte boekhandel struin je de rekken af, en blader je vluchtig door de inhoud. De digitale winkel geeft je dat recht niet. Bovendien zijn er letterlijk honderdduizenden titels en met een dergelijke concurrentie moet je geluk hebben dat je boek wordt opgemerkt. Het is een feit dat mensen niet zoveel geduld hebben en na een vijftal schermpages er de brui aan geven.
Volgend artikel: de plaag (?) van de torrents.


maandag 20 december 2010

Nog een beetje rekenen...

Tja, het is momenteel wat stil bij Vlaamse Verhalen. Daarom nemen we onze verhalenstatistiek nog eens onder de loep.
We hebben momenteel 19 korte verhalen en 1 flashverhaal. Per genre hebben we:
avontuur: 4 (2 V - 2 M)
drama: 1 (M)
eigenzinnig: 0
fantasy: 3 (M)
horror: 3 (1 V - 2 M)
humor: 1 (V)
misdaad: 2 (V)
romantiek: 1 (V)
sciencefiction: 4 (M)
thriller: 1 (M)
flash: 1 (M)
Per sekse hebben we 7 vrouwen en 14 mannen. Hmm... kan beter, hé dames?
Vooruit, klim in je pen en haal er alles uit. Vooral van de flash verwachten we toch wat meer.

Lees en download Vlaamse verhalen hier.

vrijdag 17 december 2010

Een beetje rekenen...

Vlaamse Verhalen kent nu 20 korte verhalen. Dit sinds 16 november 2010 , onze stichtingsdag. Dat betekent dus 5 verhalen per week. Er zijn nog 2 verhalen onderweg; dat zal voor volgende week zijn. Niet slecht voor een beginnende site, rekening gehouden met het feit dat er nog een miljard websites bestaan die elk bestaansrecht opeisen. Het internet heeft veel nieuwe kansen gecreëerd maar hoe spring je eruit? Dat weet ik niet, ik denk gewoon nog meer inzendingen tot Vlaamse Verhalen dé site bij uitstek wordt voor het Vlaamse verhaal, zijn auteurs en zijn lezers.

Hopen we dus dat het volgende jaar het jaar van de grote doorbraak wordt. We beseffen wel dat het gratis aanbod voor de auteur niet zo aantrekkelijk is, maar daar staat tegenover dat je toch gepubliceerd wordt, en over een paar jaar  bij onze pioniers mag gerekend worden. En wie weet vang je ook de aandacht van uitgevers.  En er bestaat ook een sectie voor flash-verhalen. Daar hoef je als goede schrijver niet meer dan een halfuurtje aan besteden.

Met deze mijmering wil ik de kersttijd inluiden. Voor de een wat meer sneeuw, voor de ander een kleinere verwarmingsfactuur, voor elck wat wils. Met de beste wensen  voor prettige feestdagen vanwege het bestuur (!) van Vlaamse Verhalen!

Lees en download Vlaamse verhalen hier.

woensdag 15 december 2010

Kort verhaal of boek?

Het korte verhaal wordt in het Nederlandstalig gebied niet au serieus genomen. Noch door de auteur, noch door de uitgever. Voor de eerste gaat het om vingeroefeningen in afwachting van de grote doorbraak of de volgende roman. Voor de tweede spelen praktische bezwaren een rol. Verhalenbundels zijn als gedichtenbundels, geringe verkoop en dus geringe inkomsten. Nu kunnen we ons afvragen wat een kort verhaal is. Ik had onlangs een boek in mijn handen van een gerenommeerde Vlaamse schrijver. Gewoontegetrouw telde ik het aantal woorden. Het waren er ongeveer 30.000. Het tellen gebeurde met de natte vinger (aantal woorden per lijn, aantal lijnen per bladzijde, aantal bedrukte bladzijden en alles vermenigvuldigd met elkaar). Het konden er dus ook minder zijn. Maken 30.000 of minder woorden een boek? Het zag er vrij behoorlijk uit, voldoende om er 17,95 euro aan te spenderen, maar de grote drukletters verrieden dat de auteur er niet veel werk van gemaakt had. Wat mij betreft was dit een verdoken kort verhaal, gezet in een lettertype dat lezers met een visuele handicap zullen toejuichen. Het korte verhaal kan dus uitgesmeerd worden als een volwaardig boek. Ik vind dat de uitgever zijn kopers belazerd heeft, dat het om een marketingtruc gaat. Het korte verhaal in een jasje met maatje 50 gestoken. Dan nog liever een echt kort verhaal, van 5.000 woorden of wat dat betreft. Heel wat van die verhalen zijn verfilmd (in Hollywood weliswaar) en er wordt dus rekening mee gehouden, zowel door de lezer, de uitgever en de filmindustrie. Schrijvers van korte verhalen hoeven niet onder te doen voor die van de dikke pillen. Hun werk is in onze jachtige tijd zelfs meer dan nodig. Als je je tijd moet verdelen tussen tv, internet, sms, Facebook en computergames, komt het er niet meer van om Oorlog en Vrede van L. Tolstoj te lezen. Maar voor een kort verhaal is er altijd een tijdvenstertje te vinden; je kunt het tussendoor lezen, op de tram/bus/trein, tijdens de studie- en werkpauze, tussen twee reclameblokken in, tijdens het lange weekend, keuzes genoeg. Je kunt je trouwens ook afvragen waarom je een dik boek zou lezen dat gemakkelijk als verhaal ingekort kan worden. Spaar je tijd en geld uit.

Lees en download Vlaamse verhalen hier.